Álex Márquez voert halverwege de MotoGP-testdag in Barcelona de tijdenlijsten aan in een sessie die vooral draait om het wennen aan nieuwe omgevingen.
De lampen gingen op groen voor de MotoGP-testdag op het Circuit de Barcelona-Catalunya, al was het nog niet direct dringen geblazen door de wat lagere temperaturen. Ducati-testrijder Michele Pirro was de eerste die de baan verkende, gevolgd door Lorenzo Savadori die op de Aprilia met startnummer 72 – die van Marco Bezzecchi dus – reed. Pas na een klein halfuur meldde de eerste vaste rijder voor het seizoen 2025 zich op de baan: Miguel Oliveira. Hij maakte voor het eerst kennis met de Yamaha M1, nu hij naar Pramac Yamaha is verkast. Oliveira was met 1.42.313 even de snelste, al dook Raúl Fernandez met ruim drie tienden onder die tijd door op de RS-GP 24.
Het duurde niet lang of de eerste schuiver van de dag was al een feit: Luca Marini had net de snelste tijd overgenomen met 1.41.109 toen hij in bocht 5 onderuitging met de Honda. De Italiaan was in orde, maar dat kon niet gezegd worden van zijn motor. Veel aandacht ging daarna uit naar twee rijders: Marc Márquez en Jorge Martín. Márquez had voor deze gelegenheid een volledig rode uitrusting en rode Ducati gekregen, nu hij deel uitmaakt van het fabrieksteam. Martín ruilde het paars van Pramac juist in voor het zwart van Aprilia, al had hij wel zijn helm voorzien van een sticker om zijn kampioenschap te vieren. Na zijn eerste run stak hij zijn duim op en het gevoel leek – ondanks een spannend moment onder het remmen voor bocht 10 – dus al goed te zijn bij de kersverse kampioen.
Nog voordat deze twee grote namen hun weg naar het circuit hadden gevonden, legde Fabio Quartararo op de Yamaha M1 de lat een stuk hoger door 1.40.394 op de klokken te zetten. Álex Márquez en Brad Binder gingen de Fransman echter voorbij om zo de top-drie te vormen na het eerste uur. Márquez’ eerste run op de fabrieks-Ducati was goed voor de zesde plek, al zou de Spanjaard naar mate de tijd verstreek wat wegzakken. Wel was hij duidelijk tevreden over de GP25: “Marc vertelde ons meteen dat de 2025-motor veel makkelijker te besturen is”, liet Ducati-teammanager Davide Tardozzi weten.
Die tijden zakten ook flink met nog iets meer dan vier uur te gaan. Pedro Acosta voerde een tijdje de tijdenlijst aan met 1.39.902 en verbeterde naar 1.39.690, maar Álex Márquez nam die positie weer over door naar 1.39.547 te snellen. Niet veel later ging Francesco Bagnaia nog wat rapper en dook hij met een tiende onder die tijd door: 1.39.398.
Debutanten zoeken limiet op
Met nog iets minder dan vijf uur te gaan was het MotoGP-debutant Ai Ogura die zijn Trackhouse-Aprilia onderuit trok in bocht 2 en op die manier voor de tweede schuiver van de dag tekende. Ook een andere rookie, Somkiat Chantra, ging onderuit. De LCR Honda-rijder vond in bocht 10 de grindbak. En om dat verhaal compleet te maken ging ook de derde en laatste debutant kort daarna onderuit: Fermín Aldeguer. Hij vond net als Marini in bocht 5 zijn Waterloo, al raakte zijn Ducati ogenschijnlijk minder beschadigd.
Halverwege de testdag had Álex Márquez de snelste tijd op zijn naam gezet. Hij scherpte de snelste tijd aan tot 1.38.803 en bleef daarmee Quartararo voor. Bagnaia volgde op de derde plaats, voor Franco Morbidelli, Acosta, Marc Márquez, Maverick Viñales, Binder, Joan Mir en Aleix Espargaro.