Zonder aanvoerder Virgil van Dijk was het maandagavond chaos in de achterhoede van het Nederlands elftal tegen Duitsland (1-0-nederlaag). De Oranjespelers erkenden het gemis van hun verdedigingsleider, maar vonden dat geen excuus voor de defensieve wanorde.
De kreet van Bart Verbruggen vlak voor rust was maandag duidelijk te horen in de Allianz Arena in München. Net voordat Stefan de Vrij de bal kon wegkoppen, riep de doelman “los”. De Vrij raakte de bal toch en keek daarna vragend naar Verbruggen. De twee hadden elkaar duidelijk niet begrepen.
Het misverstand was tekenend voor de eerste helft van Oranje. Naar elkaar schreeuwende spelers, een wanhopig gebarende bondscoach Ronald Koeman langs de lijn, meermaals balverlies vlak voor eigen doel en slechts één balcontact in het vijandelijke strafschopgebied; Oranje leek het spoor in de eerste 45 minuten totaal bijster.
Dat de winnende treffer pas na de pauze viel, mede doordat een snel doelpunt van de latere matchwinner Jamie Leweling werd afgekeurd wegens buitenspel, was een klein wonder. Na rust herstelde Oranje zich enigszins, al kreeg de ploeg toen de fatale treffer tegen en bleven grote kansen uit.
Denzel Dumfries zag dat Oranje voor rust niet wist wat het moest tegen Duitsland. “Het was chaotisch. We wilden Duitsland ver van onze goal houden en speelden een-op-een, maar we konden geen bal vasthouden en kwamen nauwelijks van onze eigen helft af”, zei hij.
‘Ik hoor niet alles op het veld’
Te midden van alle chaos probeerde gelegenheidsaanvoerder De Vrij met armgebaren duidelijk te maken hoe zijn ploeggenoten het moesten doen. Maar dat had weinig effect.
Doelman Verbruggen zag het voor zijn neus misgaan, maar vond het in alle hectiek lastig zijn medespelers de juiste instructies mee te geven.
“Het was moeilijk om iedereen te bereiken. Ik kan alleen met de laatste lijn spreken. En ik hoor ook niet alles. Communiceren op een voetbalveld is niet zo makkelijk.”
“We hadden beter moeten herkennen waar deze wedstrijd om vroeg en elkaar daarin moeten coachen. De boel zelf omgooien”, zei Quinten Timber.
Pas in de rust kon Koeman orde op zaken stellen. Timber en Tijjani Reijnders werden vervangen, waarna het in de tweede helft beter ging lopen bij Oranje.
Koeman was in de rust in de kleedkamer flink kwaad op zijn spelers. “De trainer heeft ons in de rust goede instructies gegeven, waarna het in de tweede helft beter ging lopen”, zei Verbruggen.
‘Virgil had het kunnen omgooien’
Dat geen Oranjespeler erin slaagde de ploeg in de eerste helft op sleeptouw te nemen, maakte de afwezigheid van de geschorste Van Dijk na afloop een belangrijk gespreksonderwerp. De verdediger kreeg vrijdag tegen Hongarije (1-1) twee gele kaarten.
Vooraf vertelde Koeman dat hij nieuwsgierig was naar wie de handschoen zou oppakken, nu Oranje na dertig achtereenvolgende interlands weer eens zonder zijn (geschorste) verdedigingsleider zou spelen. In München bleek opnieuw dat geen enkele andere speler van Oranje over de leiderschapskwaliteiten beschikt die Van Dijk heeft.
“Virgil is erg belangrijk voor ons team, zeker als persoonlijkheid en de manier waarop hij coacht. We misten hem”, zei De Vrij na afloop. Timber ging een stapje verder. “Misschien had Virgil vanavond eerder herkend wat er nodig was om in de eerste helft beter aan voetballen te komen. Hij had het zélf kunnen omgooien.”
‘We hebben genoeg karakter in de ploeg’
Maar Koeman weigerde na afloop de schuld voor de defensieve wanorde alleen bij het ontbreken van Van Dijk te leggen. Daar waren de spelers van Oranje het mee eens.
“Dat is een te makkelijk excuus”, zei Cody Gakpo. “Virgil is een exceptionele speler. Een van zijn kwaliteiten is om het achterin goed neer te zetten. Maar we zitten bij het Nederlands elftal omdat we spelers zijn die kwaliteit hebben. Dit moeten wij ook kunnen.”
“Het is heerlijk om Virgil erbij te hebben. Om zijn persoonlijkheid en om de speler die hij is. Maar wij hebben in de laatste lijn ook zonder hem veel kwaliteit en karakter”, vulde Verbruggen aan. “Er zijn genoeg jongens die het gat dat Virgil achterlaat goed kunnen opvullen. Dat is tegen Duitsland alleen niet gelukt.”
