Francesco Bagnaia vindt dat hij en werkgever Ducati aan de slag moeten om een oplossing te vinden voor zijn slechte starts. Mede daardoor bleef hij in Indonesië steken op de derde plaats.
Een dag na zijn zege in de sprintrace in Mandalika slaagde Francesco Bagnaia er in de Grand Prix van Indonesië in om een podiumplaats veilig te stellen. Achter Jorge Martín en Pedro Acosta eindigde hij op de derde positie. De Ducati-rijder liet zien snel genoeg te zijn om misschien nog wel wat hoger te eindigen, maar mede door een povere start bleek dat onmogelijk. En dus is er werk aan de winkel, erkende Bagnaia na afloop. “Dat moeten we zo snel mogelijk oplossen. In de afgelopen twee seizoenen waren mijn starts altijd perfect, maar in de laatste vier races sinds Aragón verlopen mijn starts iedere keer anders en iedere keer zijn ze slecht.”
“Vandaag was het anders dan gisteren. Gisteren was de start niet verkeerd en vanochtend juist goed. Maar vanmiddag had ik wheelies en vervolgens wielspin, dus ik had geluk dat ik niet te veel posities verloor”, vervolgde Bagnaia, die echter ook kritisch was op zijn eigen optreden in de eerste ronde van de race. “Ik was wel iets te voorzichtig in de eerste ronde waardoor ik plekken verloor. Dat was mijn fout. Daarna was het een intense race, want ik was heel snel, maar achter de groep had ik moeite om hard te remmen met de voorband. Ik verloor dus tijd achter Bezzecchi en het was onmogelijk om hem in te halen. De GP23 heeft iets meer tractie dan wij en dus was het lastig. Toen ik hem inhaalde, was het veel makkelijker bij Franky omdat we dezelfde motor hebben. Ik wist dus beter wat er gebeurde, maar het was heel zwaar.”
Langzame openingsfase verklaard
Dat het lastig was voor Bagnaia, bleek dus vooral in de openingsfase van de race. Opvallend genoeg ontbrak bij teamgenoot Enea Bastianini ook de snelheid in de eerste ronden, totdat de Ducati-rijders na zo’n zes ronden plotseling op gang kwamen. “Als je vooraan rijdt zonder iemand voor je, dan kun je onder het remmen compenseren voor het gebrek aan grip aan de achterkant en tijd winnen. En als je achter iemand rijdt en niet zo hard kunt remmen, dan kun je niet pushen zoals je zou willen en dan is de achterband misschien niet in het juiste window”, verklaarde Bagnaia de langzamere openingsfase. “Misschien heeft de GP24 hier meer last van als je achter iemand rijdt, maar na vijf of zes ronden was ik weer sterk en op snelheid.”
Al met al verliep de Grand Prix van Indonesië niet perfect voor Bagnaia, die over het hele weekend gezien drie punten is ingelopen op kampioenschapsleider Martín. In grote lijnen kan de Italiaan dan ook prima leven met de uitkomst.
“De derde plek is vandaag een goed resultaat. We zijn sinds de start van het weekend drie punten ingelopen en dat is oké.”