Fenomenale Tadej Pogacar ongrijpbaar naar wereldtitel, Mathieu van der Poel grijpt brons
Tadej Pogacar heeft op imponerende wijze de wereldtitel in het wielrennen op de weg gepakt. Met een aanval van meer dan 100 kilometer en een solo van 51,6 kilometer zette hij de rest van het veld in Zürich te kijken. Mathieu van der Poel werd nog knap derde, nog achter zilveren Ben O’Connor.
Misschien was het wel een „stomme aanval”, keek Pogacar terug op het moment in de wegrace van de WK wielrennen waarop hij de jacht op een kopgroep vanuit het peloton inzette. Eenmaal aangesloten liet de Sloveen zijn medevluchters op 50 kilometer voor de finish achter zich en soleerde hij in Zürich naar de wereldtitel.
https://pbs.twimg.com/media/GYpyTZTWQAAT1e4.jpg
„Ik kan haast niet gebeuren wat er vandaag is gebeurd”, vertelde Pogacar in het flashinterview. „Na dit mooie seizoen had ik mezelf hier veel druk opgelegd, ook naar het team. We kwamen hier om te winnen.”
Dank aan Sloveense ploeg
Er waren nog 100 kilometer te rijden toen Pogacar uit de groep favorieten wegreed op jacht naar een aantal vroege vluchters. „Een stomme aanval misschien, maar gelukkig was Jan Tratnik er voor mij.” Die Sloveen liet zich terugzakken en hielp zijn kopman de aansluiting vinden met de kopgroep. Daarin hield hij zich een tijdje rustig om daarna definitief weg te rijden. „Het was een gevaarlijke groep”, verklaarde hij zijn onrust. „Die vroege aanval was zeker niet gepland. Ik wist niet goed wat ik dacht, maar ik reed sindsdien in een ’flow’ en heb het nooit meer opgegeven tot het einde.
”Het WK was het grote doel dit najaar. „Ik had al een perfect jaar met winst in de Giro en Tour, maar deze titel wilde ik zo graag. Het is gelukt, met dank aan de Sloveense ploeg. Zonder hen had ik het niet voor elkaar gekregen.”
Zestal kleurt koers
De eerste uren werden gekleurd door een zestal: Simon Geschke, Tobias Foss, Rui Oliveira, Silvan Dillier, Luc Wirgten en Piotr Pekala. Zij kregen maximaal zes minuten voorsprong van de grote door Slovenië geleidde groep. Ondertussen was er slecht nieuws in het Franse kamp. Julian Alaphillipe ging al vroeg in de koers tegen de grond samen met Pello Bilbao en gaf op. De Spanjaard, die in goede vorm verkeerde, kon zijn weg wel vervolgen.Op een gegeven moment reed er een groep van tien naar de leiders toe met daarbij als belangrijkste man Jan Tratnik, een landgenoot van Pogacar. Die bleek goud waard toen de Sloveen op 100 kilometer van de streep op de Bergstrasse in de aanval trok. Toen Pogacar het gat geslagen had, liet Tratnik zich terugzakken om zijn kopman naar voren te rijden.
Pogacar solo
Daar kon hij nog even wat werk doen, alvorens Pogacar op een volgende beklimming van de Bergstrasse weer ging. Alleen Pavel Sivakov kon volgen. De twee zijn in het dagelijks leven teamgenoten bij UAE Team Emirates en vonden elkaar voor precies twee ronden. Toen ging Pogacar met nog 51,6 kilometer op de teller te gaan solo.
Daarachter lag het veld in brokken en stukken. Mathieu van der Poel en Bauke Mollema probeerden ook het gat te dichten met kleine groepjes in de tegenaanval, maar het haalde niets uit. Alleen Ben Healy en Tom Skujins zetten een echt geslaagde tegenaanval op. De Ier en de Let leken even zelfs nog iets in te lopen op Pogacar, maar echt dichter kwamen ze nooit.
Mathieu van der Poel in actie op het WK.Totdat in de laatste ronde Pogacar toch wat tijd inleverde en Van der Poel, Remco Evenepoel, Enric Mas, Marc Hirschi en Ben O’Connor bij Healy en Skujins kwamen. Maar dichter dan veertig seconden kwam het zevental niet. Dus moesten de zeven om de twee overgebleven medailles gaan strijden. O’Connor ging solo nog naar het zilver, Van der Poel won daarachter de sprint voor brons.