Red Bull-adviseur Helmut Marko heeft de hoop opgegeven dat het F1-team dit jaar het wereldkampioenschap bij de constructeurs pakt. Ook moet het team nog hard aan de bak voor de coureurstitel.
Zes keer in de geschiedenis van de Formule 1 en de laatste twee jaar op rij, mocht Red Bull Racing de trofee voor de constructeurstitel mee naar huis nemen. Helmut Marko verwacht niet dat er dit jaar een zevende titel bij komt.
Wat begon als een prima (twintigste) seizoen voor Red Bull, begint inmiddels een beetje op een nachtmerrie uit te draaien. Want hoewel Max Verstappen nog steeds een solide voorsprong van 52 punten in het individuele klassement heeft, is het team de leiding in het constructeurskampioenschap kwijt. Waar de voorsprong van Red Bull begin juli, na de Britse Grand Prix, nog 71 punten (op Ferrari) bedroeg, kijkt de stal nu tegen een achterstand van 41 punten (op McLaren) aan.
Al na de Grand Prix van Italië zei Verstappen dit jaar geen nieuwe constructeurstitel te verwachten en Marko sluit zich in gesprek met de Duitse collega’s van Motorsport.com bij de Nederlander aan.
“Met de prestaties die we nu hebben? Ja. Maar ik ben optimistisch dat als Max weer races wint en Sergio vervolgens de derde of vierde plaats kan behalen, de dingen er weer anders uit gaan zien.”
Na een matige periode, ziet de Oostenrijker sinds het prima optreden van Verstappen in Singapore – tweede achter Lando Norris – perspectief voor de Nederlander. Maar dan moeten Verstappen en het team nog wel een tandje bijsteken. “De focus ligt nu vooral op de rijderstitel”, aldus Marko.
“Maar als we dat halen, en ik denk dat dat alleen mogelijk is als Max nog minstens twee races wint, dan ziet het er ook wat optimistischer uit voor het constructeurskampioenschap.”
De blik is daarbij vast gericht op Austin en de Amerikaanse Grand Prix die daar over drie weken plaatsvindt. “Ik denk dat de prestaties in Austin de doorslag zullen geven”, vervolgt Marko, die zijn hoop heeft gevestigd op een aantal updates. “Er komen nog veel dingen aan, we zijn nu op de goede weg. De auto moet een breder operationeel venster krijgen, niet slechts één waar relatief kleine veranderingen of temperatuurverschillen van zes of zeven graden de prestaties al kunnen beïnvloeden. Want alleen vertrouwen op een tweede plaats is niet goed genoeg.”