Franco Colapinto heeft na zijn Formule 1-debuut vriend en vijand weten te verrassen, maar zegt zelf niet verbaasd te zijn dat hij meteen kan wedijveren met Williams-teamgenoot Alexander Albon.
Franco Colapinto heeft sinds zijn Formule 1-debuut in Monza een verbazingwekkend goede indruk achtergelaten. De Argentijn deed in de Formule 2 en Formule 3 niet structureel mee voor de hoofdprijzen, maar blijkt zich snel aan te kunnen passen aan de koningsklasse van de autosport. Zo scoorde Colapinto bij zijn tweede Grand Prix meteen punten in Baku en onderstreepte hij in Singapore dat ook teamgenoot Alexander Albon rekening met hem moet houden. De Thai sprak van een ‘divebomb‘ tijdens de openingsronde, maar dat viel in de praktijk alles mee, waarna Colapinto beslag legde op de elfde plek.
“Ik weet wat ik kan”
De snelheid van Colapinto lijkt verrassend, maar daar denkt hij zelf anders over. Als tijdens een exclusief interview met Motorsport.com de vraag voorbijkomt of hij verbaasd is meteen op het niveau van Albon te zitten, reageert Colapinto: “Nee. Ik weet namelijk wat ik kan en ik verwachtte het ook om snel te zijn. Ondanks dat ik nog niet veel ervaring in deze auto had, was dat ook het idee van het team. Daarom hebben ze mij in de auto gezet. Ik ben blij dat ik hen kan helpen en ik denk dat dit een goede stap voorwaarts is voor het team.”
Daarbij is het eveneens handig dat de rijstijlen van Colapinto en Albon volgens laatstgenoemde aardig overeenkomen. “Ik zou zeggen dat onze rijstijlen erg op elkaar lijken. Ik denk dat ze meer op elkaar lijken dan de rijstijlen van Logan Sargeant en mezelf.” Het kan helpen qua technische feedback aan het team, al voegt Colapinto toe dat hij de fijne kneepjes van de auto nog wel beter in de vingers moet krijgen.
“Dit is nog maar het begin, maar ik denk dat we het als team goed doen. Ik leer iedere keer dat ik in de auto stap en het is eerlijk gezegd best lastig, omdat er in de Formule 1 erg veel tools zijn en dingen die je vanuit de cockpit zelf kunt veranderen. Maar ik leer iedere ronde weer en ik raak steeds meer gewend aan de auto, en hoe ik daar het maximale uit kan halen. Dat gaat op zich allemaal goed.”
Dat laatste geldt ook voor de samenwerking met Albon, waar Colapinto naar eigen zeggen veel aan heeft gehad tijdens zijn eerste weken op het hoogste niveau. “Alex heeft me veel geholpen sinds ik in de Formule 1 ben gekomen. Om zo’n referentie te hebben, volgens mij één van de beste van de grid, is erg positief. Hij heeft me geholpen om alle stappen een stuk sneller te kunnen zetten sinds mijn debuut in Monza. Het is in ieder geval fijn om te kunnen beginnen met zo’n teamgenoot naast je.”
Het denkproces bij Williams achter de rijderswissel en timing
Williams heeft vooralsnog twee coureurs die aan elkaar gewaagd zijn en dat is precies wat James Vowles wilde bewerkstelligen met de rijderswissel. “In de eerste helft van het jaar hadden we nog geen auto die iedere Grand Prix voor de punten kon gaan. Dat was onze verantwoordelijkheid en daardoor hebben we geïnvesteerd in Logan, om hem de kans te geven zichzelf te bewijzen als de auto wel snel genoeg zou zijn. Toen kwamen we op het punt aan dat we de auto hadden verbeterd en dat we voor significante WK-punten konden vechten. Alleen toen hadden we niet twee coureurs die konden leveren. Op dat moment moest ik een verandering doorvoeren, ook voor duizend mensen in de fabriek, die mij iedere minuut van hun tijd geven”, spreekt de teambaas tijdens een speciaal gastcollege van The Wall Street Journal.
“We presteerden niet op het niveau waarop we moesten presteren en dit is geen juniorklasse meer, dit is een groot podium. Het besluit werd ingegeven doordat ik succes voor dit team wil en doordat ik zag dat we het succes niet zouden halen met wat we hadden. Ik weet zeker dat andere organisaties dit ook hebben meegemaakt: een individu dat ondermaats presteert, kan de hele organisatie snel naar beneden trekken. Daardoor moet je op een nette manier ingrijpen en het goed uitvoeren. Dat hebben we gedaan, waarbij ik vooral moest zorgen dat ik een vervanger had die goed genoeg zou zijn”, duidt Vowles op Colapinto.