Autofabrikant Renault stopt vanaf 2026 met de productie van Formule 1-motoren. Daardoor moet de Franse ploeg van Alpine op zoek naar een andere leverancier. Mercedes is een van de kandidaten.
Renault liet afgelopen zomer al weten dat het de fabriek in Viry-Châtillon anders wil inrichten en zich op andere takken van de autosport wil richten. Deze beslissing zou gevolgen hebben voor 360 werknemers, maar ook voor veel onderaannemers van Alpine.
Renault heeft als motorfabrikant sinds 1977 twaalf constructeurstitels en elf wereldkampioenschappen in de Formule 1 gewonnen. Renault leverde in het verleden ook motoren aan Lotus, Ligier, Benetton, Red Bull en McLaren.
Sinds de koningsklasse in 2014 overstapte naar turbohybride motoren loopt Renault achter de feiten aan met te weinig vermogen en een gebrekkige betrouwbaarheid. Ook Max Verstappen liep in zijn eerste jaren vaak tegen problemen met de Renault-krachtbron aan, toen de Fransen nog partner van Red Bull waren.
Alpine, het sportwagenmerk dat eigendom is van Renault, is nu nog het enige team dat gebruikmaakt van de motoren uit Viry-Châtillon. Twee maanden geleden bevestigde Alpine-teambaas Bruno Famin al dat zijn team kijkt naar een andere motorpartner vanaf 2026. Famin vertrekt begin augustus als teamleider bij de Brits/Franse formatie en wordt directeur van de motorenfabriek van Renault.